Wednesday, July 18, 2007

Next destination: Schiphol airport!


Hi allemaal,



Na mijn snelle herstel in Kathmandu is het er toch van gekomen, ik had nog een paar daagjes over om wat de bergen in te gaan hier in Nepal. Het mooie van de hoofdstad is dat het volledig omgeven is door bergen (hier noemen ze het heuvels, maar ze zijn toch zo'n 2500m hoog), en dat je dus snel kunt ontsnappen aan het hectische leven hier in de stad. Vooral de luchtvervuiling van de veelal oude auto's is verschrikkelijk. Je moet het je zo voorstellen, ons hele wagenpark uit de jaren '70 rijdt hier rond, natuurlijk zonder katalysator of roetfilter. Vergeleken hierbij is Amsterdam een brandschone stad. Toen ik en mijn gids (over hem later meer) de bus pakten terug naar Kathmandu na de trek, troffen we een bus van het Duitse merk met de welbekende ster. "We're driving a Mercedes!", jubelde hij. Zo kan ik het ook, dacht ik in mezelf. De betreffende bus had een geschat bouwjaar van eind jaren zestig, braakte grote zwarte wolken uit en zou het niet al te lang meer uithouden, getuige de luid sputterende motor.



De snelste manier om wat van de bergen rondom Kathmandu te genieten is om een gids te huren. Zo hoef je niet alle routes, kaarten, bus terug etc zelf uit te zoeken wat een hoop tijd scheelt. En het is nog gezellig ook. Eerder had ik van Igor, die ik in Chengdu had ontmoet, al een goed adresje gekregen van een gids uit Kathmandu. Anup, een 29-jarige Nepalese trekkinggids, had net een tocht van drie maanden erop zitten waarbij hij vanuit het uiterste oosten van het land naar het westen was gelopen. Ook sprak hij goed Engels, een extra reden om hem in te huren.




















Een van de watervallen tijdens onze weg naar boven
De volgende ochtend verlieten we vroeg de stad om vlak daarbuiten de groene heuvels in te verdwijnen. Al snel had ik in de gaten dat hij gewend was een behoorlijk tempo te lopen. Vaak moest ik even een tandje bijschakelen om het merk van zijn schoenen op zijn schoenzolen te kunnen blijven lezen. Maar gaandeweg de route naar boven vorderde bleek dat we heel aardig aan elkaar gewaagd waren. Nadat we alle toeristen op de weg naar boven hadden afgeschud, haakten we aan bij twee locals die op hun slippertjes naar boven 'renden'. Ongelooflijk, wat die voor een tempo kunnen handhaven bergop. Na zo'n drie uur bereikten we de top van de berg op zo'n 2450 meter, na te zijn vertrokken vanaf 1300 meter. Een mooie inspanning!















De top van de berg, genomen vanuit mn hotelraampje


Die avond in het hotelletje klaagde Anup lachend dat hij zo hard had moeten lopen. Met zijn 1 meter 55 (zie foto) moest hij voor elke stap die ik zette, tweemaal zijn benen rond krijgen. Toch kon hij met gemak volgen.















Anup en ik poserend na aankomst


Anup had te kampen met een lichte verslaving aan wiet, wat overigens veel wordt gerookt in Nepal. Tijdens onze tocht kwamen we flinke hennepplanten tegen, soms wel zo'n drie meter hoog. Deze groeien hier gewoon in het wild en de bevolking maakt er dankbaar gebruik van. Na zo'n twee uurtjes lopen verdween Anup in een boerderijtje, en kwam naar buiten met een enorme zak vol 'plaatselijke' wiet, volgens hem de beste in het land.



De volgende dag regende het recht uit de lucht. In het hotelletje had ik een Fransman ontmoet en aangezien we dezelfde bestemming hadden besloten we gezamenlijk de tocht aan te vangen. Ook hij en zijn gids hielden ervan om er een stevig tempo in te gooien. Op wat stijlere stukken bergop was het vaak het spel om net een tandje sneller omhoog te lopen dan de rest. Deze vorm van competitie verkortte de looptijd aanzienlijk, wat niet verkeerd was aangezien de aanhoudende regen die uit de lucht kwam vallen. Na een flinke dag doorstappen genoten Anup en ik in de aankomstplaats van een welverdiend biertje, en rookten we de wiet om een geslaagde aankomst te vieren.



Terug in Kathmandu was het weer ouderwets gezellig. Ik liep er twee Oostenrijkers tegen het lijf die ik al eerder had ontmoet tijdens mijn verblijf in het 'Kathmandu Guest House', waar ik steeds verbleef. Ook zij stonden op het punt te vertrekken terug naar Europa, dus samen dronken we op het afscheid in de Nepalese nacht op het dakterras van het hotel, waar ik voor de verandering maar eens een ruime eenpersoonskamer had geboekt met groot tweepersoonsbed.


Vandaag tijdens mijn laatste dag in Kathmandu liep ik zowaar Cedric en Aimry weer tegen het lijf. Zij waren na een paar dagen teruggekeerd vanuit Pokhara. Dus hadden we samen het plan opgevat om de 'Monkey Temple' te bezoeken. Een grote boeddhistische tempel op een heuvel aan de rand van Kathmandu. De naam heeft de tempel te danken aan het grote aantal apen wat er rondloopt. (Zie foto's).















Apen bij de 'Monkey Temple'

















En nog maar eentje......


Vanavond is het tijd om mn rugzak in te pakken voor eerst Air China vlucht 408 terug naar Chengdu, van waaruit ik zaterdag terugvlieg naar Amsterdam. (Voor tijden zie post 'Kathmandu, finally').


Ik wil afsluiten met jullie allemaal te bedanken voor de leuke reacties al die tijd, wat een zeer welkome motivatie is om elke keer weer voor een lange tijd achter het toetsenbord te kruipen.

Ik zie jullie allemaal snel!


Thijs

Saturday, July 14, 2007

Kathmandu, finally

Hi allemaal,

Wederom een post, dit keer weer vanuit Kathmandu. Zoals ik jullie in mijn vorige post al schreef had ik wat problemen om weg te komen uit Pokhara. Na mijn mislukte poging van een dag eerder heb ik het de volgende dag nog maar een keer geprobeerd. Samen met de anderen stond ik om zeven uur 's ochtends op het plaatselijke busstation. Zij zouden op weg gaan naar de Indiase grens, ik zou de bus pakken richting Kathmandu. Er was ons ook wat meer duidelijk geworden over het probleem wat er speelde. De wetgeving in Nepal is zo geregeld dat als je iemand doodrijdt op straat je een vast bedrag betaald plus evt een paar weekjes cel. Als je iemand in het verkeer verwondt echter, moet je zorg dragen voor alle kosten die daaruit voortvloeien, totdat die persoon komt te overlijden. De buschauffeur in kwestie had vanwege deze wetgeving het gruwelijke idee opgevat om nadat hij het meisje had aangereden, de bus in zijn achteruit te zetten en nogmaals over haar heen te rijden. Dit om er zeker van te zijn dat ze zou overlijden aan haar verwondingen. Dit alles had vanzelfsprekend de woede opgewekt van de plaatselijke bewoners, die vervolgens alle hoofdwegen hadden dichtgegooid.

Aangekomen bij het busstation bleken alle wegblokkades nog steeds intact te zijn. Omdat het niet zeker was of en wanneer de weg weer open zou gaan, zat er niets anders op dan te wachten. Een ruime zes uur (!) later kwam er eindelijk wat schot in de zaak. Het leger was opgetrommeld om ons van een escorte te voorzien en ons door de wat grimmige sfeer te begeleiden. Dit met succes, waarna we onze weg konden vervolgen richting Kathmandu. Onderweg waren er overal soldaten te zien. Die dag ervoor had het Nepalese parlement aangekondigd dat ze keihard zouden optreden tegen wegblokkades, aangezien dit niet de eerste keer was dat dit was voorgekomen. Op deze manier maakten we kennis met het nog altijd grimmige politieke klimaat in dit land, dat niet heel lang geleden nog werd geteisterd door een burgeroorlog.

Na een slopende rit van nog eens 7 uur kwam ik om een uur of 8 's avonds eindelijk aan in Kathmandu, volledig gesloopt na een lange dag. Tijdens de busreis ben ik wat ziekjes geworden dus probeer nu eerst wat te herstellen om daarna nog een paar dagen de bergen in te gaan.
Totdat ik de bergen in ga slijt ik hier in Kathmandu de dagen met Shelby, een Amerikaanse die ik al eerder in Kathmandu en ook in Pokhara heb ontmoet.

Vandaag heb ik ook mijn ticket terug naar China geboekt. De 19e vlieg ik terug naar Chengdu, om vervolgens de 21e aan boord te stappen van het oude vertrouwde KLM-blauw. Diezelfde 21e juli zal ik om 18.45 uur plaatselijke tijd de Amsterdamse grond weer onder me mogen voelen.

Maar in de tussentijd hoop ik nog verslag te mogen doen van een geslaagde trek, natuurlijk met de bijbehorende plaatjes.

Vanuit een chaotish Kathmandu,

Thijs

Thursday, July 12, 2007

Pokhara, saying goodbye

Hi allemaal,


Hier weer een nieuw verhaal vanuit Nepal, Pokhara dit keer. Deze tweede stad van Nepal ligt zo'n 300 kilometer ten westen van de hoofdstad Kathmandu. De groep waarmee ik al een tijdje op pad was is grotendeels intact gebleven, en hier en daar wat uitgebreid. Cedric (FRA), Aimry (FRA), Mary (Can), Ting (VS) en Gavin (Ier).


Vanuit Kathmandu zijn we vorige week vertrokken naar Chitwan National Park, in het uiterste zuiden van het land. Geheel in stijl zittend boven op de bus, proberen te ontsnappen aan de verzengende hitte binnen in de bus. Vaak oversteeg de temperatuur de 35C en de vochtigheid was niet te harden.


In Chitwan, een safaripark, waren allerlei soorten dieren in het wild te vinden. Olifanten, neushoorns, krokodillen, apen etc etc. De eerste dag zijn we gelijk op pad gegaan voor een olifantenbad. Dit houdt in dat je op de rug van de olifant klimt, dat deze vervolgens de rivier in loopt, de inhoud van zijn slurf leegt over zijn berijders, en je vervolgens op commando van de dresseur van zijn rug af schudt. Een zeer welkome verfrissing in het hete weer.















Dombo probeerde mij in een keer alle gekochte koekjes te ontfutselen met zijn sterke slurf

















Croc aan de rand van de rivier tijdens ons boottochtje

















Dollen met de olifant in het water



Verder zijn we op de rug van dezelfde olifant voor enkele uren de jungle in getrokken. Onderweg stuitten we op een neushoornfamilie die rustig stond te grazen op de vlakte. Veilig op de rug van de olifant, met onze eigen benen op de grond staand waren we niet gespaard door deze enorme beesten. Maar, de olifant dwong respect af door zijn (nog grotere) formaat en op deze manier konden we rustig de neushoorns van dichtbij op de foto zetten.















De avond valt over Chitwan

















In de mand op de rug van de olifant door de jungle


Na drie dagen Chitwan zijn we vertrokken in de richting Pokhara, zoals gezegd de tweede stad van het land. Het regenseizoen is hier inmiddels van start gegaan, wat flinke slagregens met zich meebrengt. Dus had ik het plan opgevat om mijn beste reisgenoten vaarwel te zeggen en om terug te keren naar Kathmandu, waar de regen een stuk minder is. Ik wil mijn laatste week in Nepal gebruiken voor een mooie tocht door de bergen, in het noorden van het land. Na een goeie farewell-party gisteravond, we reizen immers al zo'n twee weken met elkaar, stapte ik vanochtend nietsvermoedend om 07.00 uur op de bus voor een tocht van zo'n zes uur richting de hoofdstad. Enkele kilometers buiten Pokhara was het al uit met de pret, er was een staking gaande. Gisteren was een twaalfjarig meisje doodgereden door een van de bussen die rijden tussen Pokhara en Kathmandu. De familie eiste geld van de busmaatschappij, maar die weigerde beslist. Vervolgens hadden de locals een road-block opgeworpen om de busmaatschappij onder druk te zetten. Deze hadden op hun beurt de volgende ochtend gewoon geprobeerd het road-block te passeren. Nadat enkele bussen waren vernield weigerden de chauffeurs om nog verder te rijden, wat resulteerde in een kilometerslange file voor het road-block. Na enkele uren wachten keerde de bus uiteindelijk terug naar Pokhara, waar ik mijn hotelletje weer opzocht. Mijn reisgenoten waren natuurlijk verbaasd mij weer terug te zien.
















farewell party in Pokhara. Vlnr: Anthon, Ting, Shalby, ik en Gavin

Morgen ga ik het nog maar een keer proberen. De tijd die ik nu verlies zal ten koste gaan van mijn trekkingplannen. Maar goed, reizen brengt nou eenmaal verrassingen met zich mee dus er zit niets anders op dan het te accepteren en te wachten.



Keep you updated!

Tuesday, July 3, 2007

Everest adventures

Trouwe lezers,




Hier ben ik dan eindelijk weer met nieuwe spannende verhalen. Na een kleine week in een jeep te hebben doorgebracht ben ik gistermiddag aangekomen in Kathmandu, Nepal. Het was een enerverende reis, met als hoogtepunt voor mij het bezoek aan de Mount Everest, wat een ontzagwekkende berg! Naast Ting en Cedric (eerder beschreven), hadden we een vierde medereiziger, Adrienne uit Toronto, Canada. Deze praatgraage 26-jarige Engelstalige Canadese is een ware globetrotter. Ze reist de hele wereld rond en gaat af en toe 'op vakantie' naar eigen land om vrienden en familie op te zoeken. Al met al een leuke club mensen, niet onbelangrijk als je bijna een week lang 24 uur per dag met elkaar op moet trekken.















Tibetaanse ruiters onderweg



Na het vertrek uit Lhasa bleek al snel de noodzakelijkheid van de jeep. Na een uur of twee op de geasfalteerde weg koos de chauffeur prompt voor een route dwars door het land. Ruwe bergbeken en zelfs rivieren niet schuwend baanden we ons een weg over het Tibetaanse plateau. Na tussenstops in Gyantse en Shigatse begonnen we op dag 3 eindelijk aan de reis naar Everest Base Camp, gelegen op zo'n 5000 m hoogte. Na lang rijden over misselijkmakende wegen, langs onmetelijk diepe ravijnen, doemde hij dan eindelijk op in de verte: Qomolangma, de Tibetaanse naam voor de Mount Everest. Vrij als een vogel lag hij daar, omgeven door blauwe lucht aan het einde van het smalle dal. Diezelfde middag nog zijn we met zn allen omhooggelopen naar het 'eindpunt' van het dal, het Chinese militaire checkpoint, wat strategisch was gelegen op het smalste deel van het dal. Enigszins norse Chinese militairen waren hier gelegerd om te voorkomen dat mensen verder zouden gaan dan het checkpoint. Overal stonden dreigende borden met waarschuwende teksten dat het je op een 200 dollar boete zou komen te staan mocht je toch verder gaan. Immers, voor het passeren van dit punt moest een onbetaalbaar permit worden aangeschaft van enkele tienduizenden dollars, het permit dat nodig is voor de beklimming van deze 8850 meter hoge top. Ting kreeg het voor elkaar, haar Chinese charmes in de strijd gooiend bij de soms jonge soldaten, om toestemming te krijgen om enige honderden meters verder te mogen lopen, zo snel als alle toeristen bij het checkpoint waren verdwenen. Het was natuurlijk niet de bedoeling dat anderen ook op dit idee zouden komen. Al snel na het passeren van het checkpoint stuitten we op een niet-oversteekbare rivier, waardoor we onze poging moesten staken. Maar ik wilde verder, veel verder. Druk de flanken analyserend zag ik aan de oostkant van het dal een waterval die 'oversteekbaar' leek. Ik besloot het te gaan proberen, diezelfde nacht nog.
















Met de jeep door de wildernis. Voor ons onze vaste partnerjeep. Het is veiliger om met twee jeeps te rijden, in het geval een van beide het begeeft. De volgende garage is niet om de hoek...




Toen om 03.45 uur de wekker ging kleedde ik me snel aan en sloop de tent uit de koude nacht in. Bijgestaan door een bijna volle maan begon ik aan de tocht die wel eens pijnlijk kon eindigen, namelijk 200 dollar lichter. Diezelfde volle maan minimaliseerde tevens mijn kans op ontdekking, ik hoefde immers niet mijn van kilometers afstand zichtbare hoofdlamp op te doen. Deze heroische tocht werd mede aangemoedigd door het boek wat ik op dat moment aan het lezen was, 'Into thin air' van Jon Krakauer. Een emotioneel ooggetuigeverslag van een expeditie naar de top van de Mount Everest, waarbij slechts twee van de zes expeditieleden levend terugkeren na terecht te zijn gekomen in een zware storm. Het lezen afgewisseld met het af en toe opkijken naar de indrukwekkende 'North Face' van de berg maakte een diep respect in me los voor zowel de berg als voor de beklimmers ervan.




Na het verlaten van het tentenkamp op zo'n 5000 meter koos ik zo snel mogelijk om hoogte te maken aan de oostkant van het dal. Voor de zekerheid had ik 200 dollar in mn zak gestoken, just in case. Mijn tactiek in geval van ontdekking had ik ook al uitgedacht. Eerst zou ik de domme nietwetende toerist spelen, vervolgens zou ik ze proberen om te kopen, en mocht dat ook niet helpen dan zat er niets anders op dan gewoon te betalen (evt plus boete voor poging tot omkoping ;-) ). Maar om de een of andere reden had ik het gevoel dat het zou gaan lukken, of dat het het geld waard zou zijn. Ondanks het licht van de maan kon ik niet helemaal goed zien of ik inmiddels genoeg hoogte had gemaakt om ongezien het militaire checkpoint te passeren. De klim was behoorlijk stijl en zeer vermoeiend op die hoogte. Regelmatig moest ik even op een steen gaan zitten om op adem te komen Op een gegeven moment keek ik aan mn rechterhand naar beneden het dal in. Daar lag het, het checkpoint was in volledige rust tijdens de nacht. Aangezien ik wist dat er ook tijdens de nacht werd gepatrouilleerd, zette ik mijn weg zo geruisloos mogelijk voort richting de over te steken waterval, die even voorbij het checkpoint lag. Dit was de laatste hindernis op weg naar Everest!




Bij de waterval aangekomen bleek dat mijn inschatting toch wat optimistisch was geweest. Er kwam behoorlijk wat water naar beneden en het zou geen gemakkelijk stenen hoppen worden. Na een klein kwartier zoeken naar de juiste plek waagde ik de sprong naar de andere kant. Ondanks dat ik uitgleed op de 'landingssteen' haalde ik droog en ongedeerd de overkant.
















Cedric en ik schoten regelmatig deze 'jumpingpictures'. Deze is gemaakt bij Everest



Nadat ik over een kam was geklommen was ik uit het zicht van de militairen, dus free to go!
Langs dezelfde route als Reinhold Messner begin jaren '70 tijdens de eerste 'echte' beklimming zonder additionele zuurstof van de Mount Everest vanaf de Tibetaanse kant (eerder deed hij het als eerste vanaf de Nepalese kant) liep ik zo lang mogelijk door richting de voet van de berg, door volledig verlaten landschap. Ik schat dat ik tot zo'n 5500 a 5600 meter ben doorgelopen (het was relatief vlak) totdat ik mijn vooraf bepaalde omkeertijd had bereikt. Ik moest op tijd weer terug zijn bij de tent omdat we die dag onze reis zouden vervolgen richting de Nepalese grens.















Everest by clear weather


Om 07.15 genoot ik zittend op een grote steen van de eerste zonnestralen die de top van de berg raakten, het doel was bereikt! Na een 'steinmann' te hebben gebouwd voor Jos, hij verdient een gedenking aan de voet van de top van de wereld, begon ik aan de terugtocht. Toch weer spannend, de 200 dollar in mijn zak waren immers nog steeds niet veilig.















De eerste zonnestralen op Everest (rechts) genomen vanaf 'mijn steen'


De weg terug bleek net zo geruisloos te verlopen als de heenweg. Zonder enige problemen via dezelfde oostflank weer terug naar de tent, waar de jeep inmiddels klaarstond voor vertrek. Compleet vermoeid omdat ik weinig had gegeten die ochtend, ik krijg warme 'spicy' noodles erg slecht weg om vier uur 's morgens.


De weg naar de grens bleek een lange en niet altijd even vriendelijke voor de maag. Mede dankzij de vermoeidheid van de nachtelijke tocht werd het een slijtageslag, die ik die avond moest bekopen met maagklachten. Vanwege een modderlawine die de weg had versperd, en we 2 uur moesten wachten op een bulldozer om de weg weer vrij te maken, haalden we niet op tijd de Chinees-Nepalese grens. Hierdoor moesten we overnachten in de grensplaats Zhangmu. Omdat meerdere mensen waren verlaat door de modderlawine bleek het geen gemakkelijke klus om een hotelletje te bemachtigen. Met enig geluk wisten we een tweepersoonskamer te boeken. Omdat we met zn vieren waren, werden we genoodzaakt om de twee eenpersoonsbedden aan elkaar te schuiven en overdwars naast elkaar te slapen. Niet echt ideaal, als je je al niet te goed voelde na een op-en-neergaande nachtelijke autorit door zware regen, dichte mist, over smalle bergwegen.


De nacht toch overleefd hebbende konden we de volgende dag onze weg vervolgen richting Kathmandu. In een nacht hadden we de oversteek gemaakt naar een compleet ander klimaat. Van de droge, zonrijke en stoffige Tibetaanse vlaktes naar het tropische klimaat van Nepal. Kale rotsen hebben plaatsgemaakt voor volledig groene flanken, bananenbomen en apen. Een verrassende overgang, aangezien ik dat niet zo sterk had verwacht.















Adrienne, Ting en Cedric kijken uit over de bergen tijdens onze eerste kennismaking met Nepal


Na een recovery-day in Kathmandu (ik heb rustig wat zitten lezen op een dakterras) staat vanavond een bezoek aan een van de casino's op het programma. Ik kan het toch niet laten, ik wil even kijken hoe het er allemaal aan toe gaat hier. In het hostel waar we zitten zijn we ook weer wat oude bekenden uit Lhasa tegengekomen. Gezellig, want er worden voorzichtig weer nieuwe plannen geopperd voor de komende tijd. Een paar dagen raften (vanwege het regenseizoen zeer geschikt nu), een bezoek aan de jungle in het zuiden van het land en een trektocht van minimaal een week door de bergen behoren tot de mogelijkheden.


Ik hou jullie op de hoogte van nieuwe plannen en meld me snel weer!
Thijs



Tuesday, June 26, 2007

Everest Base Camp here I come!

Hi allemaal,

Allereerst wil ik jullie bedanken voor de fantastische comments! Is erg leuk om te lezen als je zover van huis bent. Ook met dank aan Lineke, die even alle comments op de mail heeft gezet. Het vermelden van een afzender bleek niet altijd noodzakelijk, bepaalde woorden waren vaak al genoeg om de afzender te identificeren ;-)


Inmiddels weer 2 dagen terug van het Namtso Lake, het hoogstgelegen bergmeer van dit formaat ter wereld (4750 m). In totaal gingen we met zn vijfen op pad. Samen met Ting (VS), Cedric (FRA), Nicole (China) en Gii (Zuid-Korea) samengepakt in een busje voor een uurtje of vijf. Na een beetje babbelen, genieten van het uitzicht en een iPod-uitwisseling met Ting kwamen we aan bij het meer. In tegenstelling tot Lhasa scheen hier wel de zon, wat zorgde voor een prachtige turquoise kleur van het water. Of het op de foto goed te zien is is twijfelachtig, in werkelijkheid was het prachtig! Aan het meer was een tentenkamp gesticht door plaatselijke Tibetaanse zigeuners, compleet met in tenten gevestigde restaurants.















Cedric en Ting genietend van het uitzicht


Vlakbij het kamp was een berg die je op kon lopen en van waaraf je kon genieten van het uitzicht over het meer. Pal aan het meer lag ook de besneeuwde top van een 7000 meter hoge berg, een prachtig gezicht!















Het uitzicht op de 7000 m hoge top

Verschillende mensen hadden weer last van de hoogte, maar ik moet zeggen dat ik me er prima onder voelde. Wel vreemd dat je lichaam je af en toe dwong om even diep in te ademen, een teken dat het niet voldoende zuurstof kreeg. Op een hoogte van zo'n 5000 meter is er namelijk slechts 70% zuurstof beschikbaar in vergelijking met zeeniveau.















De avond valt over Lake Namtso


Na een af en toe halsbrekende terugrit weer teruggekeerd in Lhasa. Met samengeknepen billen keken we mee met de chauffeur die het langzamere verkeer op de bergweggetjes moest inhalen. Ook wisten de vrij rondlopende yaks, geiten en schapen vaak nog maar ternauwernood de blinkende bull-bar van onze bus te vermijden.















Nog een plaatje van het meer in de zon

Vandaag dan eindelijk mijn reis naar Nepal rondgemaakt. Aanstaande donderdag vertrek ik samen met Ting, Cedric en Adrienne (Canada) in de richting van Mount Everest Base Camp (5300 m) waarna we zullen doorrijden naar de Nepalese grens. In totaal een reis van zo'n vijf dagen. Onderweg zal er worden gestopt in Gyantse, Shigatse, Tingri, en het Rongbuk klooster, voor de mensen met zeer gedetailleerde atlassen ;-)
Vanuit Rongbuk, een Tibetaans klooster hoog in de bergen, is het nog zo'n 200 meter klimmen naar Everest Base Camp. Dat moet lukken dacht ik zo!


Na die tijd zal ik jullie vanuit Kathmandu (Nepal) verblijden met hopelijk (het weer kan roet in het eten gooien) een paar mooie prenten van de witte toppen van de Mount Everest (8848 m), 's werelds hoogste berg.

Gegroet!








Friday, June 22, 2007

Lhasa, back in the air!

Hi allemaal,





Na twee dagen uit de lucht te zijn geweest is het internetcafe hier eindelijk weer in bedrijf. Tijd dus voor een nieuwe post! De dagen vorderen hier gestaag. Erg prettig dat ik me niet van tempel naar tempel hoef te slepen elke dag, ik neem er lekker de tijd voor. Zeker niet teveel doen op een dag.





Even terug naar drie dagen terug. Die avond ben ik met Wang-Chuk en Kjersti gaan eten in een door Wang-Chuk gekozen restaurant. Ik vertelde Wang-Chuk over de Tibetaanse zanger die ik eerder had ontmoet in het cafeetje hier in Lhasa. Toen ik hem zijn visitekaartje liet zien raakte de Tibetaanse student helemaal in vervoering. Het bleek echt om een beroemde zanger te gaan! Toen ik hem ook nog de video op mijn camera liet zien van het mini-concert dat hij mij gaf was hij helemaal tevreden. Later die week zijn we samen op pad gegaan op zoek naar een cd van deze man, uiteraard met succes!















vlnr: Wang-Chuk en Kjersti


De volgende dag hadden Kjersti en ik het enthousiaste plan opgevat om mountainbikes te huren en naar het Drepung klooster te fietsen, wat 'slechts' 300 meter hoger in de bergen boven Lhasa was gelegen. Een bergje van de 4e categorie zou toch geen problemen op moeten leveren voor me dacht ik zo. Dit bleek in de praktijk toch wat tegen te vallen. Met andere woorden, als ik een kat was geweest dan had ik nu nog maar een leven of vier over gehad. Volledig leeggereden op een ritje van 3500 meter naar 3800 meter, geen aanrader voor de hartpatienten onder ons. Ik was zo buiten adem dat ik nauwelijks meer uit mn woorden kon komen. Nou moet ik eerlijk zeggen dat mijn fietsconditie nooit uitmuntend is geweest, dus verschuil ik me het liefst daarachter ;-)

















Monnik in het Drepung-klooster samen met zijn kat


Eenmaal binnen de muren van het overigens schitterende Tibetaanse Drepung-klooster liepen we al snel een monnik tegen het lijf. De 22-jarige Chaepel Yeshi woonde sinds zijn 14e in het klooster en volgde er lessen filosofie en Engels. Om zijn gesproken Engels wat te verbeteren bood hij aan ons rond te leiden in het klooster om zo wat met ons te kunnen babbelen. Monnikken zijn over het algemeen ontzettend vriendelijke mensen, nooit te beroerd voor een praatje, al gaat het nog zo moeizaam. We vroegen hem hoe het kwam dat we nergens foto's van de huidige Dalai Lama zagen. Hij legde ons uit dat dit door de Chinezen verboden werd, en dat als je het toch deed dat je zonder enig proces achter de tralies werd gezet. Met ongeloof zie ik aan hoe dit volk wordt onderdrukt in hun eigen 'land'. China probeert uit alle macht elke uiting van de Tibetaanse cultuur uit de bannen om zo ook dit gebied naar de pijpen van de Communistische staat te laten dansen. Het is triest om aan te moeten zien......

















Een van de talrijke kapellen van het Drepung-klooster

















Vlnr: Chaepel Yeshi, ik en andere monnik

















Beschilderde rotsen op de helling achter het Drepung-klooster
















Altaar binnen in het klooster


De Tibetaanse monnik nodigde ons uit om zijn bescheiden onderkomen te komen bekijken, fantastisch! Hij toonde ons trots de foto's van de Dalai Lama aan de wand. Om zijn veiligheid niet in gevaar te brengen zet ik de foto van hem met de Dalai Lama maar niet hier op dit weblog.
















'Prayer-flags' bij het Potala Palaca (foto van paar dagen terug)



Kjersti heeft inmiddels gezelschap gekregen van een paar van haar vriendinnen uit Noorwegen. Inmiddels heb ik alweer een paar nieuwe reismakkers ontmoet, die ik tegenkwam in het hostel. Mijn nieuwe kamergenoten die die dag arriveerden reisden allemaal alleen. Dit levert vaak gezellige momenten op, omdat iedereen op zoek gaat naar gezelschap. De eerste is Mary, een 27-jarge advocate uit Montreal, Canada. Via Tibet zal ze doorreizen naar Nepal en India. Ze trekt veel op met Cedric, een 24-jarige student uit Parijs. Beide zijn ze de Franse taal machtig en dit is vooral voor Cedric zeer welkom. De laatste nieuwe kamergenoot is Ting. Deze 23-jarige Amerikaanse afkomstig uit San-Francisco is de vrolijkheid zelve. Van origine is ze Chinese en dus ook de Chinese taal machtig. Dat kan nog goed van pas komen later.

Met de laatste twee (Cedric en Ting) vertrek ik morgen voor een tocht naar een hooggelegen bergmeer ten noorden van Lhasa. Dit betekent automatisch een nieuw hoofdstuk in het acclimatisatieboek. Het meer zelf ligt op 4900 meter hoogte en op de weg ernaartoe zal ik voor het eerst in mijn leven de magische grens van 5000 meter hoogte passeren, aangezien de route leidt over de Largeh La-pas (5180 meter). Even voor de leken onder ons, Europa's hoogste berg de Mont-Blanc reikt 'slechts' tot 4808 meter. Aan het meer zullen we de nacht doorbrengen in tenten. Wat zal ik blij zijn met mijn dikke fleece-trui. Naar verluidt kan de temperatuur hier 's nachts met gemak teruglopen naar -10C.


Vandaag zowaar de eerste regen gehad sinds een week hier in Lhasa. Eigenlijk tot nu toe hoofdzakelijk zon gehad. Niet altijd een pretje, de zon is echt ontzettend krachtig hier op deze hoogte. Ik heb maar zo'n grote tropenhoed aangeschaft om niet levend te hoeven verbranden.

Maar een regenachtige dag als vandaag leent zich perfect voor wat lezen, relaxen en shoppen. Omdat in Nepal het regenseizoen aan de gang dacht ik dat het wel handig zou zijn om een 'echte' Gore-Tex trekkingbroek aan te schaffen. Gewapend met een fles water om de waterdichtheid te testen ging ik de winkels langs. Ze stonden raar te kijken die Tibetanen, als ik een paar minuten lang met een met de hand gemaakt kuiltje met daarin wat water stond te wachten. Verbazend wel, hoe goed ze dit soort spullen na kunnen maken die Chinezen. Hoe vaak de verkoopster me er ook van wilde overtuigen dat het echt Gore-Tex betrof en dat het het geld zeker waard was, ik wist wel beter en wist nog zo'n 25% van de prijs af te lullen. Me terdege wel realiserend dat ik als westerling toch nog 'teveel' zou betalen. Maar goed, 37E is toch geen slechte prijs voor iets waar je in Nederland met gemak de 300E mee overstijgt. Afwachten is natuurlijk wel voor hoelang deze 'echte' Gore-Tex broek waterdicht blijft........


Ook even bij het bureau langs geweest dat ons tripje naar het bergmeer regelt. Vanwege het weer zou het misschien beter zijn om dit nog een dag uit te stellen. Prima voor mij. Ik denk dat ik hier nog een weekje blijf en dan vertrek richting Kathmandu, Nepal. Cedric en Ting willen ook rond die tijd die kant op, dus kunnen we samen met nog een vierde persoon een jeep huren om de reis naar Nepal te ondernemen. Uiteraard gaan we via het basiskamp aan de voet van de Mount-Everest, aan de Tibetaanse kant, op een hoogte van zo'n 5400 meter.

Nu eerst nog even lekker wat lezen en relaxen om dadelijk met de rest een hapje te gaan eten bij een van die 'superleuke tentjes' hier in Lhasa. Culinaire types kunnen wat mij betreft beter een andere bestemming zoeken. Jonnie Boer zou het niet als dermate creatief bestempelen als je alleen maar een langharige koe (yak) gebruikt voor je maaltijden.
Maar goed, tot nu toe ben ik nog goed weggekomen en heb goede hoop voor het eten in Nepal.




Groeten uit de Himalaya!

Monday, June 18, 2007

Lhasa, de hoogteziekte te boven

Hi allemaal,

Na een aantal dagenin Lhasa door te hebben gebracht ben ik inmiddels wat gewend aan de hoogte. Zo heb ik een twee dagen rondgelopen met lichte hoofdpijn maar na wat geschikte medicatie ging dat al een stuk beter. De afgelopen dagen was het internet ontzettend sloom hier en dan is het geen beginnen aan om een post te doen. Maar ik ben weer in de lucht!















Monnikken op Bhartor square

















Bhartor square, middelpunt van de Tibetaanse wijk


Ik verliet jullie bij mijn eerste verkenningsronde door Lhasa. Na een uurtje te hebben rondgelopen ging ik maar eens even zitten op een bankje op het Potala square, voor het paleis van de Dalai Lama. Nietvermoedend lezend in mijn Lonely Planet werd ik opeens vergezeld door drie jongen mannen. Ze kwamen aan beide kanten op het bankje naast me zitten. Mijn eerste reactie was denk ik de reactie die iedereen zou hebben gehad net gearriveerd in een nieuwe stad. Stevig de tas vasthouden en zo snel mogelijk erachter zien te komen wat hun bedoelingen zijn. Die bleken trouwens zeer onschuldig. Het waren Tibetaanse studenten Engels die graag hun gesproken Engels wilden verbeteren door met buitenlandse toeristen te praten. Daarbij waren ze zeer geinteresseerd in mijn Lonely Planet gids. Die verkondigde namelijk de echte geschiedenis van Tibet, verwijzend naar de onzinverhalen die in de Chinese literatuur de ronde doen over de huidige positie van Tibet. Na een paar moeilijke gesprekken, hun gesproken Engels kan inderdaad een stuk beter, heb ik met hen een bezoek gebracht aan de Tibetaanse Universiteit. Op de weg daarnaartoe kwamen we een paar studiegenootjes van Wang Chuk, de meest communicatieve van het stel, tegen. Ook zij hadden een slachtoffer voor de praktijklessen gevonden in de vorm van Kjersti, een 24-jarige studente uit Oslo, Noorwegen. Gezamenlijk hebben we een bezoek gebracht aan de Universiteit.















Wang Chuk (onder) en een van zijn maatjes op de Universiteit


Die avond belandde ik samen met Kjersti in een cafeetje in het centrum van Lhasa. Daar werden we uitgenodigd door een paar Tibetanen om plaats te nemen aan hun tafel om een biertje met ze te drinken. Dat konden we natuurlijk niet weigeren, en al snel was het erg gezellig. Zingen is een belangrijk iets in de Tibetaanse cultuur heb ik al wel gemerkt. Gezamelijk zongen ze wat af in het Tibetaans en ook wij mochten niet naar huis voordat het Nederlandse en het Noorse volkslied ten gehore was gebracht. Een van de Tibetanen bij ons aan tafel bleek een beroemd Tibetaans volkszanger te zijn. Hij nodigde ons uit om de volgende avond naar een van zijn shows te komen. Dit konden (en wilden) we natuurlijk niet afslaan, en met zijn visitekaartje in de binnenzak vertrokken we de volgende avond naar het theater waar de show werd gehouden. Als enige westerlingen in de hele zaal trokken we een hoop bekijks. We hebben genoten van een fantastische avond Tibetaanse zang, dans en muziek, fantastisch!































Sfeerimpressies van de show

Vandaag weer vroeg uit de veren want het Potala Palace stond op het programma. Dit paleis van de Dalai Lama torent als een vuurtoren boven de stad uit, een erg indrukwekkend gezicht, aangezien het gebouwd is op een grote rots. Helaas bleek slechts een klein gedeelte van het paleis te bezichtigen, maar het was toch voldoende om een goede indruk te krijgen van wat dit immens grote gebouw.















Potala Palace van de voorkant


Vanavond weer afgesproken met Wang Chuk om wat te gaan eten. Erg leuk, maar ook erg vermoeiend, omdat het nogal even duurt voordat we mekaar begrijpen. Daarentegen maakt zijn enthousiasme een hoop goed.

Snel meer over Lhasa!

Thijs