Wednesday, July 18, 2007

Next destination: Schiphol airport!


Hi allemaal,



Na mijn snelle herstel in Kathmandu is het er toch van gekomen, ik had nog een paar daagjes over om wat de bergen in te gaan hier in Nepal. Het mooie van de hoofdstad is dat het volledig omgeven is door bergen (hier noemen ze het heuvels, maar ze zijn toch zo'n 2500m hoog), en dat je dus snel kunt ontsnappen aan het hectische leven hier in de stad. Vooral de luchtvervuiling van de veelal oude auto's is verschrikkelijk. Je moet het je zo voorstellen, ons hele wagenpark uit de jaren '70 rijdt hier rond, natuurlijk zonder katalysator of roetfilter. Vergeleken hierbij is Amsterdam een brandschone stad. Toen ik en mijn gids (over hem later meer) de bus pakten terug naar Kathmandu na de trek, troffen we een bus van het Duitse merk met de welbekende ster. "We're driving a Mercedes!", jubelde hij. Zo kan ik het ook, dacht ik in mezelf. De betreffende bus had een geschat bouwjaar van eind jaren zestig, braakte grote zwarte wolken uit en zou het niet al te lang meer uithouden, getuige de luid sputterende motor.



De snelste manier om wat van de bergen rondom Kathmandu te genieten is om een gids te huren. Zo hoef je niet alle routes, kaarten, bus terug etc zelf uit te zoeken wat een hoop tijd scheelt. En het is nog gezellig ook. Eerder had ik van Igor, die ik in Chengdu had ontmoet, al een goed adresje gekregen van een gids uit Kathmandu. Anup, een 29-jarige Nepalese trekkinggids, had net een tocht van drie maanden erop zitten waarbij hij vanuit het uiterste oosten van het land naar het westen was gelopen. Ook sprak hij goed Engels, een extra reden om hem in te huren.




















Een van de watervallen tijdens onze weg naar boven
De volgende ochtend verlieten we vroeg de stad om vlak daarbuiten de groene heuvels in te verdwijnen. Al snel had ik in de gaten dat hij gewend was een behoorlijk tempo te lopen. Vaak moest ik even een tandje bijschakelen om het merk van zijn schoenen op zijn schoenzolen te kunnen blijven lezen. Maar gaandeweg de route naar boven vorderde bleek dat we heel aardig aan elkaar gewaagd waren. Nadat we alle toeristen op de weg naar boven hadden afgeschud, haakten we aan bij twee locals die op hun slippertjes naar boven 'renden'. Ongelooflijk, wat die voor een tempo kunnen handhaven bergop. Na zo'n drie uur bereikten we de top van de berg op zo'n 2450 meter, na te zijn vertrokken vanaf 1300 meter. Een mooie inspanning!















De top van de berg, genomen vanuit mn hotelraampje


Die avond in het hotelletje klaagde Anup lachend dat hij zo hard had moeten lopen. Met zijn 1 meter 55 (zie foto) moest hij voor elke stap die ik zette, tweemaal zijn benen rond krijgen. Toch kon hij met gemak volgen.















Anup en ik poserend na aankomst


Anup had te kampen met een lichte verslaving aan wiet, wat overigens veel wordt gerookt in Nepal. Tijdens onze tocht kwamen we flinke hennepplanten tegen, soms wel zo'n drie meter hoog. Deze groeien hier gewoon in het wild en de bevolking maakt er dankbaar gebruik van. Na zo'n twee uurtjes lopen verdween Anup in een boerderijtje, en kwam naar buiten met een enorme zak vol 'plaatselijke' wiet, volgens hem de beste in het land.



De volgende dag regende het recht uit de lucht. In het hotelletje had ik een Fransman ontmoet en aangezien we dezelfde bestemming hadden besloten we gezamenlijk de tocht aan te vangen. Ook hij en zijn gids hielden ervan om er een stevig tempo in te gooien. Op wat stijlere stukken bergop was het vaak het spel om net een tandje sneller omhoog te lopen dan de rest. Deze vorm van competitie verkortte de looptijd aanzienlijk, wat niet verkeerd was aangezien de aanhoudende regen die uit de lucht kwam vallen. Na een flinke dag doorstappen genoten Anup en ik in de aankomstplaats van een welverdiend biertje, en rookten we de wiet om een geslaagde aankomst te vieren.



Terug in Kathmandu was het weer ouderwets gezellig. Ik liep er twee Oostenrijkers tegen het lijf die ik al eerder had ontmoet tijdens mijn verblijf in het 'Kathmandu Guest House', waar ik steeds verbleef. Ook zij stonden op het punt te vertrekken terug naar Europa, dus samen dronken we op het afscheid in de Nepalese nacht op het dakterras van het hotel, waar ik voor de verandering maar eens een ruime eenpersoonskamer had geboekt met groot tweepersoonsbed.


Vandaag tijdens mijn laatste dag in Kathmandu liep ik zowaar Cedric en Aimry weer tegen het lijf. Zij waren na een paar dagen teruggekeerd vanuit Pokhara. Dus hadden we samen het plan opgevat om de 'Monkey Temple' te bezoeken. Een grote boeddhistische tempel op een heuvel aan de rand van Kathmandu. De naam heeft de tempel te danken aan het grote aantal apen wat er rondloopt. (Zie foto's).















Apen bij de 'Monkey Temple'

















En nog maar eentje......


Vanavond is het tijd om mn rugzak in te pakken voor eerst Air China vlucht 408 terug naar Chengdu, van waaruit ik zaterdag terugvlieg naar Amsterdam. (Voor tijden zie post 'Kathmandu, finally').


Ik wil afsluiten met jullie allemaal te bedanken voor de leuke reacties al die tijd, wat een zeer welkome motivatie is om elke keer weer voor een lange tijd achter het toetsenbord te kruipen.

Ik zie jullie allemaal snel!


Thijs

Saturday, July 14, 2007

Kathmandu, finally

Hi allemaal,

Wederom een post, dit keer weer vanuit Kathmandu. Zoals ik jullie in mijn vorige post al schreef had ik wat problemen om weg te komen uit Pokhara. Na mijn mislukte poging van een dag eerder heb ik het de volgende dag nog maar een keer geprobeerd. Samen met de anderen stond ik om zeven uur 's ochtends op het plaatselijke busstation. Zij zouden op weg gaan naar de Indiase grens, ik zou de bus pakken richting Kathmandu. Er was ons ook wat meer duidelijk geworden over het probleem wat er speelde. De wetgeving in Nepal is zo geregeld dat als je iemand doodrijdt op straat je een vast bedrag betaald plus evt een paar weekjes cel. Als je iemand in het verkeer verwondt echter, moet je zorg dragen voor alle kosten die daaruit voortvloeien, totdat die persoon komt te overlijden. De buschauffeur in kwestie had vanwege deze wetgeving het gruwelijke idee opgevat om nadat hij het meisje had aangereden, de bus in zijn achteruit te zetten en nogmaals over haar heen te rijden. Dit om er zeker van te zijn dat ze zou overlijden aan haar verwondingen. Dit alles had vanzelfsprekend de woede opgewekt van de plaatselijke bewoners, die vervolgens alle hoofdwegen hadden dichtgegooid.

Aangekomen bij het busstation bleken alle wegblokkades nog steeds intact te zijn. Omdat het niet zeker was of en wanneer de weg weer open zou gaan, zat er niets anders op dan te wachten. Een ruime zes uur (!) later kwam er eindelijk wat schot in de zaak. Het leger was opgetrommeld om ons van een escorte te voorzien en ons door de wat grimmige sfeer te begeleiden. Dit met succes, waarna we onze weg konden vervolgen richting Kathmandu. Onderweg waren er overal soldaten te zien. Die dag ervoor had het Nepalese parlement aangekondigd dat ze keihard zouden optreden tegen wegblokkades, aangezien dit niet de eerste keer was dat dit was voorgekomen. Op deze manier maakten we kennis met het nog altijd grimmige politieke klimaat in dit land, dat niet heel lang geleden nog werd geteisterd door een burgeroorlog.

Na een slopende rit van nog eens 7 uur kwam ik om een uur of 8 's avonds eindelijk aan in Kathmandu, volledig gesloopt na een lange dag. Tijdens de busreis ben ik wat ziekjes geworden dus probeer nu eerst wat te herstellen om daarna nog een paar dagen de bergen in te gaan.
Totdat ik de bergen in ga slijt ik hier in Kathmandu de dagen met Shelby, een Amerikaanse die ik al eerder in Kathmandu en ook in Pokhara heb ontmoet.

Vandaag heb ik ook mijn ticket terug naar China geboekt. De 19e vlieg ik terug naar Chengdu, om vervolgens de 21e aan boord te stappen van het oude vertrouwde KLM-blauw. Diezelfde 21e juli zal ik om 18.45 uur plaatselijke tijd de Amsterdamse grond weer onder me mogen voelen.

Maar in de tussentijd hoop ik nog verslag te mogen doen van een geslaagde trek, natuurlijk met de bijbehorende plaatjes.

Vanuit een chaotish Kathmandu,

Thijs

Thursday, July 12, 2007

Pokhara, saying goodbye

Hi allemaal,


Hier weer een nieuw verhaal vanuit Nepal, Pokhara dit keer. Deze tweede stad van Nepal ligt zo'n 300 kilometer ten westen van de hoofdstad Kathmandu. De groep waarmee ik al een tijdje op pad was is grotendeels intact gebleven, en hier en daar wat uitgebreid. Cedric (FRA), Aimry (FRA), Mary (Can), Ting (VS) en Gavin (Ier).


Vanuit Kathmandu zijn we vorige week vertrokken naar Chitwan National Park, in het uiterste zuiden van het land. Geheel in stijl zittend boven op de bus, proberen te ontsnappen aan de verzengende hitte binnen in de bus. Vaak oversteeg de temperatuur de 35C en de vochtigheid was niet te harden.


In Chitwan, een safaripark, waren allerlei soorten dieren in het wild te vinden. Olifanten, neushoorns, krokodillen, apen etc etc. De eerste dag zijn we gelijk op pad gegaan voor een olifantenbad. Dit houdt in dat je op de rug van de olifant klimt, dat deze vervolgens de rivier in loopt, de inhoud van zijn slurf leegt over zijn berijders, en je vervolgens op commando van de dresseur van zijn rug af schudt. Een zeer welkome verfrissing in het hete weer.















Dombo probeerde mij in een keer alle gekochte koekjes te ontfutselen met zijn sterke slurf

















Croc aan de rand van de rivier tijdens ons boottochtje

















Dollen met de olifant in het water



Verder zijn we op de rug van dezelfde olifant voor enkele uren de jungle in getrokken. Onderweg stuitten we op een neushoornfamilie die rustig stond te grazen op de vlakte. Veilig op de rug van de olifant, met onze eigen benen op de grond staand waren we niet gespaard door deze enorme beesten. Maar, de olifant dwong respect af door zijn (nog grotere) formaat en op deze manier konden we rustig de neushoorns van dichtbij op de foto zetten.















De avond valt over Chitwan

















In de mand op de rug van de olifant door de jungle


Na drie dagen Chitwan zijn we vertrokken in de richting Pokhara, zoals gezegd de tweede stad van het land. Het regenseizoen is hier inmiddels van start gegaan, wat flinke slagregens met zich meebrengt. Dus had ik het plan opgevat om mijn beste reisgenoten vaarwel te zeggen en om terug te keren naar Kathmandu, waar de regen een stuk minder is. Ik wil mijn laatste week in Nepal gebruiken voor een mooie tocht door de bergen, in het noorden van het land. Na een goeie farewell-party gisteravond, we reizen immers al zo'n twee weken met elkaar, stapte ik vanochtend nietsvermoedend om 07.00 uur op de bus voor een tocht van zo'n zes uur richting de hoofdstad. Enkele kilometers buiten Pokhara was het al uit met de pret, er was een staking gaande. Gisteren was een twaalfjarig meisje doodgereden door een van de bussen die rijden tussen Pokhara en Kathmandu. De familie eiste geld van de busmaatschappij, maar die weigerde beslist. Vervolgens hadden de locals een road-block opgeworpen om de busmaatschappij onder druk te zetten. Deze hadden op hun beurt de volgende ochtend gewoon geprobeerd het road-block te passeren. Nadat enkele bussen waren vernield weigerden de chauffeurs om nog verder te rijden, wat resulteerde in een kilometerslange file voor het road-block. Na enkele uren wachten keerde de bus uiteindelijk terug naar Pokhara, waar ik mijn hotelletje weer opzocht. Mijn reisgenoten waren natuurlijk verbaasd mij weer terug te zien.
















farewell party in Pokhara. Vlnr: Anthon, Ting, Shalby, ik en Gavin

Morgen ga ik het nog maar een keer proberen. De tijd die ik nu verlies zal ten koste gaan van mijn trekkingplannen. Maar goed, reizen brengt nou eenmaal verrassingen met zich mee dus er zit niets anders op dan het te accepteren en te wachten.



Keep you updated!

Tuesday, July 3, 2007

Everest adventures

Trouwe lezers,




Hier ben ik dan eindelijk weer met nieuwe spannende verhalen. Na een kleine week in een jeep te hebben doorgebracht ben ik gistermiddag aangekomen in Kathmandu, Nepal. Het was een enerverende reis, met als hoogtepunt voor mij het bezoek aan de Mount Everest, wat een ontzagwekkende berg! Naast Ting en Cedric (eerder beschreven), hadden we een vierde medereiziger, Adrienne uit Toronto, Canada. Deze praatgraage 26-jarige Engelstalige Canadese is een ware globetrotter. Ze reist de hele wereld rond en gaat af en toe 'op vakantie' naar eigen land om vrienden en familie op te zoeken. Al met al een leuke club mensen, niet onbelangrijk als je bijna een week lang 24 uur per dag met elkaar op moet trekken.















Tibetaanse ruiters onderweg



Na het vertrek uit Lhasa bleek al snel de noodzakelijkheid van de jeep. Na een uur of twee op de geasfalteerde weg koos de chauffeur prompt voor een route dwars door het land. Ruwe bergbeken en zelfs rivieren niet schuwend baanden we ons een weg over het Tibetaanse plateau. Na tussenstops in Gyantse en Shigatse begonnen we op dag 3 eindelijk aan de reis naar Everest Base Camp, gelegen op zo'n 5000 m hoogte. Na lang rijden over misselijkmakende wegen, langs onmetelijk diepe ravijnen, doemde hij dan eindelijk op in de verte: Qomolangma, de Tibetaanse naam voor de Mount Everest. Vrij als een vogel lag hij daar, omgeven door blauwe lucht aan het einde van het smalle dal. Diezelfde middag nog zijn we met zn allen omhooggelopen naar het 'eindpunt' van het dal, het Chinese militaire checkpoint, wat strategisch was gelegen op het smalste deel van het dal. Enigszins norse Chinese militairen waren hier gelegerd om te voorkomen dat mensen verder zouden gaan dan het checkpoint. Overal stonden dreigende borden met waarschuwende teksten dat het je op een 200 dollar boete zou komen te staan mocht je toch verder gaan. Immers, voor het passeren van dit punt moest een onbetaalbaar permit worden aangeschaft van enkele tienduizenden dollars, het permit dat nodig is voor de beklimming van deze 8850 meter hoge top. Ting kreeg het voor elkaar, haar Chinese charmes in de strijd gooiend bij de soms jonge soldaten, om toestemming te krijgen om enige honderden meters verder te mogen lopen, zo snel als alle toeristen bij het checkpoint waren verdwenen. Het was natuurlijk niet de bedoeling dat anderen ook op dit idee zouden komen. Al snel na het passeren van het checkpoint stuitten we op een niet-oversteekbare rivier, waardoor we onze poging moesten staken. Maar ik wilde verder, veel verder. Druk de flanken analyserend zag ik aan de oostkant van het dal een waterval die 'oversteekbaar' leek. Ik besloot het te gaan proberen, diezelfde nacht nog.
















Met de jeep door de wildernis. Voor ons onze vaste partnerjeep. Het is veiliger om met twee jeeps te rijden, in het geval een van beide het begeeft. De volgende garage is niet om de hoek...




Toen om 03.45 uur de wekker ging kleedde ik me snel aan en sloop de tent uit de koude nacht in. Bijgestaan door een bijna volle maan begon ik aan de tocht die wel eens pijnlijk kon eindigen, namelijk 200 dollar lichter. Diezelfde volle maan minimaliseerde tevens mijn kans op ontdekking, ik hoefde immers niet mijn van kilometers afstand zichtbare hoofdlamp op te doen. Deze heroische tocht werd mede aangemoedigd door het boek wat ik op dat moment aan het lezen was, 'Into thin air' van Jon Krakauer. Een emotioneel ooggetuigeverslag van een expeditie naar de top van de Mount Everest, waarbij slechts twee van de zes expeditieleden levend terugkeren na terecht te zijn gekomen in een zware storm. Het lezen afgewisseld met het af en toe opkijken naar de indrukwekkende 'North Face' van de berg maakte een diep respect in me los voor zowel de berg als voor de beklimmers ervan.




Na het verlaten van het tentenkamp op zo'n 5000 meter koos ik zo snel mogelijk om hoogte te maken aan de oostkant van het dal. Voor de zekerheid had ik 200 dollar in mn zak gestoken, just in case. Mijn tactiek in geval van ontdekking had ik ook al uitgedacht. Eerst zou ik de domme nietwetende toerist spelen, vervolgens zou ik ze proberen om te kopen, en mocht dat ook niet helpen dan zat er niets anders op dan gewoon te betalen (evt plus boete voor poging tot omkoping ;-) ). Maar om de een of andere reden had ik het gevoel dat het zou gaan lukken, of dat het het geld waard zou zijn. Ondanks het licht van de maan kon ik niet helemaal goed zien of ik inmiddels genoeg hoogte had gemaakt om ongezien het militaire checkpoint te passeren. De klim was behoorlijk stijl en zeer vermoeiend op die hoogte. Regelmatig moest ik even op een steen gaan zitten om op adem te komen Op een gegeven moment keek ik aan mn rechterhand naar beneden het dal in. Daar lag het, het checkpoint was in volledige rust tijdens de nacht. Aangezien ik wist dat er ook tijdens de nacht werd gepatrouilleerd, zette ik mijn weg zo geruisloos mogelijk voort richting de over te steken waterval, die even voorbij het checkpoint lag. Dit was de laatste hindernis op weg naar Everest!




Bij de waterval aangekomen bleek dat mijn inschatting toch wat optimistisch was geweest. Er kwam behoorlijk wat water naar beneden en het zou geen gemakkelijk stenen hoppen worden. Na een klein kwartier zoeken naar de juiste plek waagde ik de sprong naar de andere kant. Ondanks dat ik uitgleed op de 'landingssteen' haalde ik droog en ongedeerd de overkant.
















Cedric en ik schoten regelmatig deze 'jumpingpictures'. Deze is gemaakt bij Everest



Nadat ik over een kam was geklommen was ik uit het zicht van de militairen, dus free to go!
Langs dezelfde route als Reinhold Messner begin jaren '70 tijdens de eerste 'echte' beklimming zonder additionele zuurstof van de Mount Everest vanaf de Tibetaanse kant (eerder deed hij het als eerste vanaf de Nepalese kant) liep ik zo lang mogelijk door richting de voet van de berg, door volledig verlaten landschap. Ik schat dat ik tot zo'n 5500 a 5600 meter ben doorgelopen (het was relatief vlak) totdat ik mijn vooraf bepaalde omkeertijd had bereikt. Ik moest op tijd weer terug zijn bij de tent omdat we die dag onze reis zouden vervolgen richting de Nepalese grens.















Everest by clear weather


Om 07.15 genoot ik zittend op een grote steen van de eerste zonnestralen die de top van de berg raakten, het doel was bereikt! Na een 'steinmann' te hebben gebouwd voor Jos, hij verdient een gedenking aan de voet van de top van de wereld, begon ik aan de terugtocht. Toch weer spannend, de 200 dollar in mijn zak waren immers nog steeds niet veilig.















De eerste zonnestralen op Everest (rechts) genomen vanaf 'mijn steen'


De weg terug bleek net zo geruisloos te verlopen als de heenweg. Zonder enige problemen via dezelfde oostflank weer terug naar de tent, waar de jeep inmiddels klaarstond voor vertrek. Compleet vermoeid omdat ik weinig had gegeten die ochtend, ik krijg warme 'spicy' noodles erg slecht weg om vier uur 's morgens.


De weg naar de grens bleek een lange en niet altijd even vriendelijke voor de maag. Mede dankzij de vermoeidheid van de nachtelijke tocht werd het een slijtageslag, die ik die avond moest bekopen met maagklachten. Vanwege een modderlawine die de weg had versperd, en we 2 uur moesten wachten op een bulldozer om de weg weer vrij te maken, haalden we niet op tijd de Chinees-Nepalese grens. Hierdoor moesten we overnachten in de grensplaats Zhangmu. Omdat meerdere mensen waren verlaat door de modderlawine bleek het geen gemakkelijke klus om een hotelletje te bemachtigen. Met enig geluk wisten we een tweepersoonskamer te boeken. Omdat we met zn vieren waren, werden we genoodzaakt om de twee eenpersoonsbedden aan elkaar te schuiven en overdwars naast elkaar te slapen. Niet echt ideaal, als je je al niet te goed voelde na een op-en-neergaande nachtelijke autorit door zware regen, dichte mist, over smalle bergwegen.


De nacht toch overleefd hebbende konden we de volgende dag onze weg vervolgen richting Kathmandu. In een nacht hadden we de oversteek gemaakt naar een compleet ander klimaat. Van de droge, zonrijke en stoffige Tibetaanse vlaktes naar het tropische klimaat van Nepal. Kale rotsen hebben plaatsgemaakt voor volledig groene flanken, bananenbomen en apen. Een verrassende overgang, aangezien ik dat niet zo sterk had verwacht.















Adrienne, Ting en Cedric kijken uit over de bergen tijdens onze eerste kennismaking met Nepal


Na een recovery-day in Kathmandu (ik heb rustig wat zitten lezen op een dakterras) staat vanavond een bezoek aan een van de casino's op het programma. Ik kan het toch niet laten, ik wil even kijken hoe het er allemaal aan toe gaat hier. In het hostel waar we zitten zijn we ook weer wat oude bekenden uit Lhasa tegengekomen. Gezellig, want er worden voorzichtig weer nieuwe plannen geopperd voor de komende tijd. Een paar dagen raften (vanwege het regenseizoen zeer geschikt nu), een bezoek aan de jungle in het zuiden van het land en een trektocht van minimaal een week door de bergen behoren tot de mogelijkheden.


Ik hou jullie op de hoogte van nieuwe plannen en meld me snel weer!
Thijs